voorkwamen
- Geluid: voorkwamen (hulp, bestand)
- voor·kwa·men
vervoeging van |
---|
voorkomen |
voorkwamen
- meervoud verleden tijd van voorkomen
- Wij voorkwamen.
- Jullie voorkwamen.
- Zij voorkwamen.
- Wij voorkwamen.
vervoeging van |
---|
voorkomen |
voorkwamen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorkomen
- ...dat wij voorkwamen.
- ...dat jullie voorkwamen.
- ...dat zij voorkwamen.
- ...dat wij voorkwamen.
- Het woord voorkwamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.