Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·gaan·de

Werkwoord

vervoeging van: voorgaan
verbogen vorm: voorgaandee

voorgaande

  1. verbogen vorm van voorgaand, het onvoltooid deelwoord van voorgaan

Bijvoeglijk naamwoord

voorgaande

  1. verbogen vorm van de stellende trap van voorgaand

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be