• vol·staat
vervoeging van
volstaan

volstaat

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstaan
    • Jij volstaat. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstaan
    • Hij volstaat. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van volstaan
    • Volstaat! 
vervoeging van
volstaan

volstaat

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstaan
    • ... dat jij volstaat. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstaan
    • ... dat hij volstaat.