volpoepen
- vol·poe·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
volpoepen |
poepte vol |
volgepoept |
zwak -t | volledig |
volpoepen
- overgankelijk door ontlasten helemaal vullen met stront
- ▸ En wees maar blij dat er geen geur-bioscoop is wanneer de stunt waarbij een van de Jackassers een wc bij een sanitairhandel zou volpoepen mislukt: het slachtoffer in hoge nood poept in de auto al zijn broek vol.[1]
- Het woord 'volpoepen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron André Nientied“Jackass, the movie - Jeff Tremaine (video)” (13 februari 2003) op nu.nl