vognmandsforretningers

  • vogn·mands·for·ret·nin·gers
  • Deens zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel for- en met het invoegsel -s-
Naar frequentie zeldzaam

vognmandsforretningers

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van vognmandsforretning