vloog af
- vloog af
vervoeging van |
---|
afvliegen |
vloog af
- enkelvoud verleden tijd van afvliegen
- Ik vloog af.
- Jij vloog af.
- Hij, zij, het vloog af.
- Ik vloog af.
- Het woord vloog af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.