vloog
- Geluid: vloog (hulp, bestand)
- IPA: / vlox / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /vloχ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vlox/
- vloog
vervoeging van |
---|
vliegen |
vloog
- enkelvoud verleden tijd van vliegen
- Ik vloog.
- Jij vloog.
- Hij, zij, het vloog.
- Ik vloog.
- Het woord vloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vloog" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be