visafoon
- vi·sa·foon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | visafoon | visafoons |
verkleinwoord |
de visafoon m
- talencursus waarbij men gebruik maakt van grammofoonplaten
- Het woord visafoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "visafoon" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be