vetoot
- ve·toot
vervoeging van |
---|
vetoën |
vetoot
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vetoën
- Jij vetoot.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vetoën
- Hij vetoot.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vetoën
- Vetoot!
- Het woord vetoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.