verziekt
- ver·ziekt
- vervoeging van verzieken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
verzieken |
verziekt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzieken
- Jij verziekt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzieken
- Hij verziekt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzieken
- Verziekt!
vervoeging van: | verzieken… |
verbogen vorm: | verziekte |
verziekt
- voltooid deelwoord van verzieken
- Het woord verziekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verziekt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be