Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zelf·stan·digt

Werkwoord

vervoeging van
verzelfstandigen

verzelfstandigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzelfstandigen
    • Jij verzelfstandigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzelfstandigen
    • Hij verzelfstandigt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzelfstandigen
    • Verzelfstandigt!