• ver·zelf·stan·dig
vervoeging van
verzelfstandigen

verzelfstandig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzelfstandigen
    • Ik verzelfstandig. 
  2. gebiedende wijs van verzelfstandigen
    • Verzelfstandig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzelfstandigen
    • Verzelfstandig je?