verzakt
- ver·zakt
- vervoeging van verzakken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
verzakken |
verzakt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzakken
- Jij verzakt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzakken
- Hij verzakt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzakken
- Verzakt!
vervoeging van: | verzakken… |
verbogen vorm: | verzakte |
verzakt
- voltooid deelwoord van verzakken
- Het woord verzakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verzakt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be