• ver·wron·gen
vervoeging van
verwringen

verwrongen

  1. meervoud verleden tijd van verwringen
    • Wij verwrongen. 
    • Jullie verwrongen. 
    • Zij verwrongen. 
  2. voltooid deelwoord van verwringen
    • Poetin heeft het vliegtuig gekaapt, en alle inzittenden zijn overgeleverd aan wat hem wordt ingegeven door zijn verwrongen wereldbeeld. [1]