• ver·we·reld·lijk·te
vervoeging van: verwereldlijken…
verbogen vorm: verwereldlijktee

verwereldlijkte

  1. verbogen vorm van verwereldlijkt, voltooid deelwoord van verwereldlijken
vervoeging van
verwereldlijken

verwereldlijkte

  1. enkelvoud verleden tijd van verwereldlijken
    • Ik verwereldlijkte. 
    • Jij verwereldlijkte. 
    • Hij, zij, het verwereldlijkte.