verwenden
- ver·wen·den
vervoeging van |
---|
verwennen |
verwenden
- meervoud verleden tijd van verwennen
- Wij verwenden.
- Jullie verwenden.
- Zij verwenden.
- Wij verwenden.
- Het woord verwenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ver·wen·den
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verwenden [fɛɐ̯ˈvɛndn̩] |
vewendete [fɛɐ̯ˈvɛndətə] |
verwendet [fɛɐ̯ˈvɛndət] |
volledig |
verwenden
- overgankelijk gebruiken
- «Du kannst mein Wörterbuch verwenden.»
- Je mag mijn woordenboek gebruiken.
- «Du kannst mein Wörterbuch verwenden.»