• ver·tros·sen
  • afgeleid van TROS met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vertrossen
vertroste
vertrost
zwak -t volledig

vertrossen [1]

  1. het meer nadruk leggen op amusement zonder diepgang en minder op educatie zoals de voormalige publieke omroep de TROS dat deed