• ver·su·chen
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
versuchen
/fɛɐ̯ˈzuːχən/
versuchte
/fɛɐ̯ˈzuːχtə/
versucht
/fɛɐ̯ˈzuːχt/
zwak volledig met "haben"

versuchen

  1. proberen