• ver·schaf
vervoeging van
verschaffen

verschaf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschaffen
    • Ik verschaf. 
  2. gebiedende wijs van verschaffen
    • Verschaf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschaffen
    • Verschaf je?