verrekenen
- Geluid: verrekenen (hulp, bestand)
- ver·re·ke·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verrekenen |
verrekende |
verrekend |
zwak -d | volledig |
verrekenen [1]
- overgankelijk Tegen elkaar wegstrepen van vorderingen die partijen over en weer op elkaar hebben
- wederkerend zich ~: zich vergissen bij het rekenen
- Het woord verrekenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verrekenen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be