verpauperden
- ver·pau·per·den
vervoeging van |
---|
verpauperen |
verpauperden
- meervoud verleden tijd van verpauperen
- Wij verpauperden.
- Jullie verpauperden.
- Zij verpauperden.
- Wij verpauperden.
- Het woord verpauperden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.