Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·neem

Werkwoord

vervoeging van
vernemen

verneem

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vernemen
    • Ik verneem. 
  2. gebiedende wijs van vernemen
    • Verneem! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vernemen
    • Verneem je?