• ver·mink·te
vervoeging van
verminken

verminkte

  1. enkelvoud verleden tijd van verminken
    • Ik verminkte. 
    • Jij verminkte. 
    • Hij, zij, het verminkte. 
  2. verbogen vorm van verminkt, voltooid deelwoord van verminken

verminkte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verminkt
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be