Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·me·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vermijden

vermeden

  1. meervoud verleden tijd van vermijden
    • Wij vermeden. 
    • Jullie vermeden. 
    • Zij vermeden. 
  2. voltooid deelwoord van vermijden