vermaagschapte
- ver·maag·schap·te
vervoeging van: | vermaagschappen… |
vermaagschapte
- verbogen vorm van vermaagschapt, voltooid deelwoord van vermaagschappen
vermaagschapte
- verbogen vorm van de stellende trap van vermaagschapt
vervoeging van |
---|
vermaagschappen |
vermaagschapte
- enkelvoud verleden tijd van vermaagschappen
- Ik vermaagschapte.
- Jij vermaagschapte.
- Hij, zij, het vermaagschapte.
- Ik vermaagschapte.
- Het woord 'vermaagschapte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.