• ver·kreukt
  • vervoeging van verkreuken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verkreuken

verkreukt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkreuken
    • Jij verkreukt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkreuken
    • Hij verkreukt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verkreuken
    • Verkreukt! 
vervoeging van: verkreuken…
verbogen vorm: verkreukte

verkreukt

  1. voltooid deelwoord van verkreuken