verinnerlijkte
- ver·in·ner·lijk·te
vervoeging van |
---|
verinnerlijken |
verinnerlijkte
- enkelvoud verleden tijd van verinnerlijken
- Ik verinnerlijkte.
- Jij verinnerlijkte.
- Hij, zij, het verinnerlijkte.
- Ik verinnerlijkte.
- verbogen vorm van verinnerlijkt, voltooid deelwoord van verinnerlijken
- Het woord verinnerlijkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.