verheugens
- Geluid: verheugens (hulp, bestand)
- ver·heu·gens
verheugens
- genitief van zich verheugen
- Hoe weinig kans, voor een Joodsch meisje als zij, bijna tot verheugens toe weinig - blijft er over dat het haar raken zal.[1]
- Het woord 'verheugens' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Sam Goudsmit, Simcha, de knaap uit Worms.
Em. Querido, Amsterdam 1936