vergeestelijkten
- ver·gees·te·lijk·ten
vervoeging van |
---|
vergeestelijken |
vergeestelijkten
- meervoud verleden tijd van vergeestelijken
- Wij vergeestelijkten.
- Jullie vergeestelijkten.
- Zij vergeestelijkten.
- Wij vergeestelijkten.
- Het woord vergeestelijkten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.