verenigde
- ver·enig·de
vervoeging van |
---|
verenigen |
verenigde
- enkelvoud verleden tijd van verenigen
- Ik verenigde.
- Jij verenigde.
- Hij, zij, het verenigde.
- Ik verenigde.
- verbogen vorm van verenigd, voltooid deelwoord van verenigen
- ▸ In mei 1980 was Mt.St.Helens nog uitgebarsten, een van de grootste vulkanische erupties uit de geschiedenis van de Verenigde Staten, waarbij een groot deel van de berg instortte.[1]
- Het woord verenigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers