verblufte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·bluf·te
Bijvoeglijk naamwoord
verblufte
- verbogen vorm van de stellende trap van verbluft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verbluffen |
verblufte
- enkelvoud verleden tijd van verbluffen
- Ik verblufte.
- Jij verblufte.
- Hij, zij, het verblufte.
- Ik verblufte.
- verbogen vorm van verbluft, voltooid deelwoord van verbluffen