Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·bleek·te

Werkwoord

vervoeging van
verbleken

verbleekte

  1. enkelvoud verleden tijd van verbleken
    • Ik verbleekte. 
    • Jij verbleekte. 
    • Hij, zij, het verbleekte. 
  2. verbogen vorm van verbleekt, voltooid deelwoord van verbleken