• vei·lig·stelt
vervoeging van
veiligstellen

veiligstelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veiligstellen
    • ... dat jij veiligstelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veiligstellen
    • ... dat hij veiligstelt.