Afrikaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈfɑrki/ (meervoud: /ˈfɑrkis/)
Woordherkomst en -opbouw
  • Eigenlijk het verkleinwoord van vark ("varken").
enkelvoud meervoud
naamwoord varkie varkies

Zelfstandig naamwoord

  1. (dierkunde) big
Schrijfwijzen
  • Arabische transcriptie: فَرْكِي.