vaporizador

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• va·po·ri·za·dor

enkelvoud	meervoud
vaporizador	vaporizadors

Zelfstandig naamwoord

vaporizador m

1. (techniek) verdamper
2. verstuiver, spuitbus

Verwante begrippen

• vapor, vaporar, vaporarse, vaporear, vaporearse, vaporización, vaporizar, vaporizarse, vaporoso

Synoniemen

• [1] evaporador
• [2] pulverizador

Verwijzingen

• vaporizador in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española