• utru·li·ge
  • Noorse bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel u-
Naar frequentie > 50000

utrulige, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van utrulig

utrulige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van utrulig