• u·sta·bi·le
  • Deense bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel u-

ustabile, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ustabil

ustabile, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ustabil


  • usta·bi·le
  • Noorse bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel u-
Naar frequentie 14493

ustabile, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ustabil

ustabile, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ustabil


  • usta·bi·le
  • Nynorske bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel u-

ustabile, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ustabil

ustabile, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ustabil