• ur·be·folk·nin·ge·ne
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel ur-, met het voorvoegsel be-, met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -ene
Naar frequentie zeldzaam

urbefolkningene

  1. nominatief bepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van urbefolkning