Nederlands

Bijvoeglijk naamwoord

uitheemsch

  1. verouderde spelling of vorm van uitheems tot 1935/46
    • Uitheemsch stelt vooral op den voorgrond, dat iets uit den vreemde afkomstig is, en daar thuis behoort. 
    • Uitheemsche zeden, pracht, gewoonten beteekenen zulke zeden, zulke pracht, zulke gewoonten, die men beter doet niet na te volgen. 
Antoniemen
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • uitheemsche gewoonten
  • uitheemsche pracht
  • uitheemsche zeden