Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·ge·doof·de

Bijvoeglijk naamwoord

uitgedoofde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van uitgedoofd

Werkwoord

vervoeging van: uitdoven…
verbogen vorm: uitgedoofdee

uitgedoofde

  1. verbogen vorm van uitgedoofd, voltooid deelwoord van uitdoven

Gangbaarheid