Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
uitbraakt
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
uitbraakt
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
uit·braakt
Werkwoord
vervoeging van
uitbreken
uitbraakt
(in een bijzin)
gij-vorm verleden tijd van
uitbreken
vervoeging van
uitbraken
uitbraakt
(in een bijzin)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
uitbraken
... dat jij
uitbraakt
.
(in een bijzin)
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
uitbraken
... dat hij
uitbraakt
.