tsjilpen
- tsjil·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tsjilpen |
tsjilpte |
getsjilpt |
zwak -t | volledig |
tsjilpen
- inergatief een geluid maken zoals sommige jonge vogels
- De jongen tsjilpten hevig toen de moedervogel op de rand van het nest verscheen.
- Het woord tsjilpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tsjilpen" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be