trilapparaten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  trilapparaten    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtrɪlɑpaˌratə(n) / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• tril·ap·pa·ra·ten

Woordherkomst en -opbouw

• trilapparaat met uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

de trilapparaten mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord trilapparaat

   ▸ Thuis oefenen is mogelijk, ook zonder allerlei ingewikkelde toestellen en trilapparaten.

Gangbaarheid

• Het woord 'trilapparaten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.