transcribeerden
- trans·cri·beer·den
vervoeging van |
---|
transcriberen |
transcribeerden
- meervoud verleden tijd van transcriberen
- Wij transcribeerden.
- Jullie transcribeerden.
- Zij transcribeerden.
- Wij transcribeerden.
- Het woord transcribeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.