transcendeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trans·cen·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
transcenderen |
transcendeerde
- enkelvoud verleden tijd van transcenderen
- Ik transcendeerde.
- Jij transcendeerde.
- Hij, zij, het transcendeerde.
- Ik transcendeerde.
Gangbaarheid
- Het woord transcendeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.