• trai·tes

de traitesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord traite


de Fransmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord traite
vervoeging van
traiter

traites

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van traiter
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van traiter