• toom·pje

het toompjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord toom
  2. (anatomie) frenulum
66 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be