toiletteert
- Geluid: toiletteert (hulp, bestand)
- toi·let·teert
vervoeging van |
---|
toiletteren |
toiletteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toiletteren
- Jij toiletteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toiletteren
- Hij toiletteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van toiletteren
- Toiletteert!
- Het woord toiletteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.