Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·komt

Werkwoord

vervoeging van
toekomen

toekomt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toekomen
    • ... dat jij toekomt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toekomen
    • ... dat hij toekomt.