tjekten
- tjek·ten
vervoeging van |
---|
tjekken |
tjekten
- meervoud verleden tijd van tjekken
- Wij tjekten.
- Jullie tjekten.
- Zij tjekten.
- Wij tjekten.
- Het woord tjekten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
tjekken |
tjekten